De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft tennisbond KNLTB onlangs een boete opgelegd. Aan die boete ligt een omstreden visie van de AP op commerciële belangen bij de verwerking van persoonsgegevens ten grondslag. De rechtbank Amsterdam twijfelt over de visie van de AP en heeft vragen gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU). Maar hoe kan het dat de AP er zo’n strenge visie op nahoudt, terwijl rechters, rechtswetenschappers en de advocatuur het allemaal anders zien?
Tijdens DDMA Next op 11 oktober geeft Martijn Poulus, advocaat en sr. legal counsel bij DDMA, antwoord op deze en andere vragen. Dit artikel is alvast een voorproefje van het kijkje achter de schermen van Europese regelgeving, handhaving en rechtspraak dat Martijn op 11 oktober gaat geven.
De KNLTB-zaak
Alweer in 2020 heeft de AP aan KNLTB een boete opgelegd van 525.000 euro. Reden: KNLTB heeft persoonsgegevens van leden verstrekt aan twee sponsoren. De tennisbond stelt dit te hebben gedaan om haar gerechtvaardigde belangen te behartigen. Volgens KNLTB creëerde de bond door het verstrekken van de persoonsgegevens meerwaarde van het KNLTB-lidmaatschap. De AP ziet dit anders: volgens de AP had KNLTB een uitsluitend commercieel belang (geld verdienen) bij het verstrekken van de persoonsgegevens en had KNLTB aan alle betrokkenen toestemming moeten vragen. Inmiddels is de zaak beland bij de rechtbank Amsterdam. Omdat de rechtbank twijfelt over de uitleg van het begrip ‘gerechtvaardigd belang’, heeft de rechtbank daarover vragen gesteld aan het HvJ EU.
Andere versies op gerechtvaardigd belang
De strenge visie van de AP is al lange tijd onderwerp van discussie. Sinds de publicatie van een normuitleg over het onderwerp ‘gerechtvaardigd belang’ bestaat er veel kritiek op de uitleg van dit begrip door de AP. Heel kort gezegd vindt de AP dat het “enkel dienen van zuiver commerciële belangen” niet als een gerechtvaardigd belang kan kwalificeren. In de Voetbal-TV zaak, die ook over de uitleg van het begrip ‘gerechtvaardigd belang’ gaat, heeft de AP in eerste aanleg en in hoger beroep ongelijk gekregen. En zelfs de Europese Commissie vond het nodig de AP erop te wijzen dat de uitleg van de AP niet klopt. Volgens de Europese Commissie beperkt de uitleg van de AP de vrijheid van ondernemerschap, een Europees grondrecht.
Waarom is de AP zo streng?
In reactie op de brief van de Europese Commissie heeft Aleid Wolfsen, voorzitter van de AP, een inkijkje gegeven in de redenen waarom de AP – ondanks alle kritiek – bij haar standpunt blijft. Volgens Wolfsen kan een zuiver commercieel belang nooit opwegen tegen het privacybelang van een betrokkene. Ook vindt Wolfsen dat het de AP als onafhankelijke toezichthouder vrij staat invulling te geven over een onderwerp waarover rechters of de European Data Protection Board, het samenwerkingsverband van Europese privacytoezichthouders, nog geen eenduidige interpretatie hebben gegeven. Dat veel experts het met deze zienswijze niet eens zijn, is inmiddels bekend. Het is nu afwachten hoe het Hof van Justitie van de Europese Unie hiernaar kijkt. Het Hof doet hier naar verwachting pas over een jaar of twee uitspraak over.
Ook benieuwd wat de achtergrond is van de handhaving van de AP? Kom op 11 oktober naar Martijn en andere topsprekers luisteren tijdens de eerste editie van DDMA NEXT.